Als het waarschuwingslampje Motoraangedreven stuurbekrachtiging E en het bericht "Controleer stuurbekrachtiging" op het instrumentenpaneel gaan branden, kunt u de auto blijven besturen, maar vereist dat meer stuurkracht. Wij raden u aan contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-reparateur en het systeem zo snel mogelijk te laten nakijken.

Tijdens normaal gebruik van het voertuig:

• Het draaien van het stuurwiel gaat zwaarder direct nadat de Start/Stop-knop in de AAN stand is gezet.

  Dat gebeurt als het MDPS-systeem een zelfdiagnose uitvoert. Wanneer de diagnoses zijn voltooid, zal de benodigde kracht voor het sturen weer normaal moeten zijn.

• Als de accuspanning laag is, zal u meer stuurkracht moeten uitoefenen. Dit is een tijdelijke verschijnsel en zal verdwijnen zodra de accu weer opgeladen is.

• Er kan een klikkend geluid hoorbaar zijn van het MSPS-relais na het in stand AAN of UIT zetten van de Start/Stop-knop.

• Het geluid van de elektromotor is mogelijk hoorbaar als de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt.

• Wanneer u het stuurwiel bedient bij lage temperaturen, kunnen er abnormale geluiden worden waargenomen. Deze geluiden verdwijnen als de temperatuur stijgt.

• Wanneer er een fout optreedt in de motoraangedreven stuurbekrachtiging, wordt de stuurbekrachtiging niet geactiveerd. In dat geval kunnen er waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel gaan branden of het sturen vereist meer kracht. Als deze symptomen zich voordoen, rijdt u de auto dan zo snel mogelijk naar een veilige plek. Wij raden u aan uw auto zo snel mogelijk door een erkende HYUNDAI-dealer te laten controleren.