Buitenspiegels

2C_SideViewMirror

Uw auto is uitgerust met zowel een linker als een rechter buitenspiegel. De spiegels kunnen worden afgesteld met de schakelaar voor spiegelafstelling. Zet de spiegels op de gewenste stand voordat u gaat rijden. De buitenspiegels kunnen worden ingeklapt om beschadigingen in een automatische wasserette of bij het rijden door een smalle straat te voorkomen.

De rechter en linker buitenspiegel zijn convergerend. Voorwerpen in de spiegel zijn daardoor dichterbij dan ze lijken.

Gebruik de achteruitkijkspiegel of draai uw hoofd en kijk om de werkelijke afstand van andere voertuigen te bepalen voordat u van rijstrook wisselt.

Verstel de buitenspiegels niet of klap ze niet in tijdens het rijden. Dit kan leiden tot verlies van de controle over het voertuig en een botsing.

  • Schraap geen ijs van het spiegeloppervlak. Dit kan het glasoppervlak beschadigen.

  • Forceer de buitenspiegel niet als deze vastgevroren is. Gebruik een goedgekeurd ontdooiingsmiddel (geen koelvloeistof) of een spons of zachte doek met warm water, of zet de auto op een warme plaats om het ijs te laten smelten.

  • Reinig de spiegel niet met agressieve schoonmaakmiddelen, brandstof of andere reinigingsmiddelen op basis van petroleum.

Buitenspiegels afstellen

2C_AdjustSideViewMirror

Buitenspiegels afstellen

  1. Druk de schakelaar (1) naar de L (linkerzijde) of R (rechterzijde) om de achteruitkijkspiegel te selecteren die u wilt verstellen.

  2. Gebruik de bedieningsschakelaar (2) voor spiegelverstelling om de geselecteerde spiegel omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te zetten.

  3. Druk de schakelaar (1) na afstelling naar het midden om onbedoelde afstelling te voorkomen.

  • De spiegels stoppen hun beweging als de maximale stelhoek is bereikt. De stelmotor blijft echter draaien zolang de schakelaar ingedrukt blijft. Houd de schakelaar niet langer ingedrukt dan nodig om te voorkomen dat de stelmotor beschadigd raakt.

  • Verstel de buitenspiegels niet met geweld om schade aan de motor te voorkomen.

Buitenspiegels inklappen

2C_FoldSideViewMirror

De buitenspiegels kunnen worden in- of uitgeklapt door op de knop te drukken.

  • Inschakelen bij portierontgrendeling

    Selecteer Gebruikersinstellingen > Gemak > Welkomstspiegel/licht > Bij portierontgrendeling in de instrumentenpaneel of selecteer Voertuig > Verlichting > Welkomstspiegel/licht > Bij nadering bestuurder in het infotainmentsysteem.

    • De spiegel wordt in- of uitgeklapt wanneer het portier wordt vergrendeld of ontgrendeld met de smartkey.

    • De spiegel wordt in- of uitgeklapt wanneer het portier wordt vergrendeld of ontgrendeld door de aanraaksensor op de buitenste portierhendel aan te raken.

  • Inschakelen bij nadering bestuurder

    Selecteer Gebruikersinstellingen > Gemak > Welkomstspiegel/licht > Bij nadering bestuurder in de instrumentenpaneel of Voertuig > Verlichting > Welkomstspiegel/licht > Bij nadering bestuurder in het infotainmentsysteem.

  • Het infotainmentsysteem kan na software-updates veranderen. Zie de handleiding die bij het infotainmentsysteem is meegeleverd en de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie.

  • Voor uw veiligheid kunnen de buitenspiegels niet automatisch ingeklapt worden als u 15 km/u (9 mph) of sneller rijdt.

Om onnodige ontlading van de accu te voorkomen, mag u de spiegels niet langer dan nodig verstellen wanneer de motor niet draait.

Klap de elektrisch bedienbare buitenspiegels niet met de hand in of uit. Dit kan een motorstoring veroorzaken.