Auto Hold

De Auto Hold-functie houdt het voertuig op zijn plek, zelfs als het rempedaal niet wordt ingetrapt, nadat de bestuurder het voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht met het rempedaal.

Bij het opnieuw starten van het voertuig, wordt de laatste instelling van de Auto Hold toegepast.

2C_AutoHoldButtonOnOff

Om te activeren:
  1. Trap, met het bestuurdersportier, de motorkap en de kofferklep gesloten, het rempedaal in en druk op de AUTO HOLD-knop. Het witte N-indicatielampje licht op en het systeem staat in stand-by.

  2. Indien u het voertuig volledig tot stilstand brengt door het intrappen van het rempedaal, zorgt het Auto Hold-systeem ervoor dat de remdruk in stand wordt gehouden om het voertuig op zijn plek te houden. Het indicatielampje verandert van wit naar groen.

    • Zelfs als u het rempedaal laat opkomen blijft het voertuig op zijn plaats.

    • Als de EPB is ingeschakeld, wordt de Auto Hold uitgeschakeld.

Deactiveren:

Als u het gaspedaal intrapt terwijl de versnelling in D (Drive) of R (Reverse) staat, wordt de Auto Hold automatisch vrijgegeven en begint de auto te rijden. Het N-indicatielampje verandert van groen in wit.

Kijk altijd om u heen voordat u het gaspedaal intrapt om Auto Hold op te heffen.

Uitschakelen:
  1. Houd het rempedaal ingetrapt.

  2. Druk op de AUTO HOLD-knop.

De N indicator gaat uit.

Om onbedoelde beweging van het voertuig te voorkomen, moet u altijd uw voet op het rempedaal zetten om de Auto Hold te annuleren voordat u:

  • Een helling afrijdt.

  • In stand R (Achteruit) rijdt.

  • Het voertuig parkeert.

AUTO HOLD werkt niet in de volgende situaties:

  • Het bestuurdersportier of motorkap wordt geopend.

  • De achterklep wordt geopend.

  • De versnelling staat in P (Parkeren) of R (Achteruit) (alleen type schakelhendel).

  • EPB is ingeschakeld.

  • Het Auto Hold-systeem schakelt automatisch over naar EPB wanneer:

    • Het bestuurdersportier of motorkap wordt geopend.

    • De achterklep wordt geopend.

    • Het voertuig langer dan 10 minuten stilstaat.

    • De auto op een steile helling staat.

    • Het voertuig enkele keren beweegt.

    Het waarschuwingslampje Parkeerrem gaat branden, het controlelampje N verandert van groen naar wit, en er klinkt een waarschuwing en er verschijnt een bericht om u te informeren dat de EPB automatisch is ingeschakeld. Trap voordat u gaat rijden het rempedaal in, controleer de omgeving en trek de parkeerrem handmatig aan met de EPB-schakelaar.

Als het lampje N geel wordt of als het detectiesysteem voor het bestuurdersportier, de motorkap of de achterklep niet goed werkt, werkt Auto Hold niet goed. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.

Als er een storing is in het systeem dat detecteert of het bestuurdersportier of de motorkap geopend is, werkt het voertuig Hold-functie mogelijk niet goed.

We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.

Waarschuwingsmeldingen

Parkeerrem automatisch in werking

Als de EPB wordt ingeschakeld terwijl het Auto Hold-systeem is geactiveerd, klinkt er een waarschuwingssignaal en verschijnt er een melding.

AUTO HOLD gaat uit! Trap op het rempedaal

Wanneer er niet correct wordt overgeschakeld van Auto Hold naar EPB klinkt er een waarschuwingssignaal en verschijnt er een melding.

Als het waarschuwingsbericht wordt weergegeven, werken de Auto Hold en EPB mogelijk niet normaal.

Trap voor uw veiligheid het rempedaal in.

Trap op het rempedaal om AUTO HOLD te deactiveren

Als u het rempedaal niet intrapt tijdens het deactiveren van het Auto Hold-systeem door de AUTO HOLD-knop in te drukken, klinkt er een waarschuwingssignaal en verschijnt er een melding.

Druk op de AUTO HOLD-knop terwijl u het rempedaal intrapt.