Bandenspanning controleren

Controleer de banden, inclusief de reserveband, minstens eenmaal per maand.

Controle

Gebruik een bandenspanningsmeter van goede kwaliteit om de bandenspanning te meten. U kunt aan de buitenkant niet zien of de banden de juiste spanning hebben. Met radiaalbanden kan niets mis lijken, terwijl ze toch te weinig spanning hebben.

Verwijder het ventieldopje van het bandventiel. Druk de bandenspanningsmeter stevig op het ventiel om de spanning af te lezen. Als de bandenspanning van de koude band overeenkomt met de aanbevolen spanning op het Band en Laadinformatielabel, is er geen correctie nodig. Als de bandenspanning te laag is, pomp de band dan op totdat de aanbevolen spanning wordt bereikt. Schroef de ventieldopjes terug op de bandventielen. Zonder het ventieldopje kan er vuil of vocht in het ventiel komen, wat kan leiden tot luchtlekkage. Als een ventieldopje ontbreekt, plaats dan zo snel mogelijk een nieuw.

Als de band te hard is opgepompt, laat dan lucht ontsnappen door de metalen pen in het midden van het ventiel in te duwen. Controleer de bandenspanning opnieuw met de bandenspanningsmeter. Schroef de ventieldopjes terug op de bandventielen. Zonder het ventieldopje kan er vuil of vocht in het ventiel komen, wat kan leiden tot luchtlekkage. Als een ventieldopje ontbreekt, plaats dan zo snel mogelijk een nieuw.